Sterrenkaarten

Menu commando's


Alle commando's zijn vanuit zowel het hoofdmenu als de knoppenbalken te bereiken.
Iedere knoppenbalk kan op iedere willekeurige plaats worden neergezet en naar keuze al of niet zichtbaar worden gemaakt met behulp van de optie Weergave->Menubalk verbergen in het hoofdmenu.
Het hoofdmenu kan worden weggehaald om meer ruimte op het scherm te maken. Met de spatiebalk of de Esc toets kan het hoofdmenu weer worden opgeroepen.

De knoppenbalken komen overeen met de secties in het hoofdmenu.

Bestand



  Opslaan of heropenen van een eerder in een .cdc type bestand opgeslagen kaart.


  Lijst zichtbare objecten met mogelijkheden tot zoeken, rangschikken op rechte klimming, afdrukken en opslaan in een bestand. Er kan een catalogusbestand voor de "Astrometrica" worden aangemaakt.


U kunt een regel in deze lijst aanklikken voor het tonen van het venster met gedetaillieerde identificatie.



  Via dit menu komt u rechtstreeks bij de Internet hulpmiddelen .

- Afbeeldingen van verschillende catalogi.
- Sterren uit de GSC en USNO-A catalogi.
- Baanelementen van kometen en asteroïden bijwerken.

Voordat u deze functies kunt gebruiken dient u verbinding met Internet te hebben.



Massaberekening van asteroïde posities voor een bepaalde datum


  Azimuth positie voor een bepaalde plaats en tijdstip in de richting van het midden van de hoofdkaart. Het is daarop mogelijk met de twee pijltjes of het "Azimuth" gebied de waarnemingsrichting te veranderen. De grensgelderheid kan worden veranderd met behulp van de twee knoppen links worden veranderd. Deze kaart wotrdt automatisch bijgewerkt als op de hoofdkaart het tijdstip wordt veranderd.

De functie projectietypen stelt u in staat de azimuthale projectie op de hoofdkaart toe te passen.


  Kalender


  Scherminhoud afdrukken naar een gekozen bestemming. De oriëntatie en de kleuren kunnen worden gekozen.
Het is ook mogelijk een titel en een beschrijving voor de kaart in te typen, de marges voor de pagina te veranderen of de legenda in de afdruk weg te laten.



  Printer resolutie en afdrukschaal in boogminuten/cm




  Help

U kunt gebruik maken van de interne viewer of uw eigen default browser.



  Programma sluiten
U wordt gevraagd te kiezen of u de huidige opties voor het sluiten wilt opslaan, kies dan Ja als u de volgende sessie wilt beginnen bij het punt waar u hier gestopt bent. Als u altijd hetzelfde antwoord op deze vraag geeft kunt u het markeervakje onderaan markeren zodat dit venster niet meer verschijnt. In het menu Voorkeuren kunt u dit vraagvenster weer reactiveren.




Edit



  Kopiëert de scherminhoud naar het klembord, naar een Windows metabestand (.wmf) of naar een bitmap bestand (.bmp, .gif of .jpg). Met de "p" toets kan deze functie worden aangeroepen als het hoofdmenu is weggehaald.


  De huidige kaart direct bijwerken.

Met de rechter muisknop op dit ikoon kan het automatisch bijwerken van de huidige kaart na iedere handeling worden in- of uitgeschakeld.



  Animatie. 

Stel de stap in dagen, uren, minuten en seconden in en klik op één van de pijlknoppen voor het vooruit of achteruit laten lopen van de tijd. Het is mogelijk een vertraging toe te voegen met de verplaatsbare cursor of met stapsgewijze verandering.
De positie is constant ten opzichte van rechte klimming en declinatie bij toepassing van de equatoriale projectie of constant ten opzichte van azimuth en hoogte bij toepassing van de azimuthale projectie.
Voor het volgen van de verplaatsing van een object in het zonnestelsel (planeet, komeet of asteroïde) kiest u deze door het met de rechter muisknop aan te klikken en dan "Volgen ..." in het menu te kiezen.
Ten einde de animatie extra vloeiend te laten verlopen is het zaak alleen de nodige objecten en zo weinig mogelijk verschillende catalogi te gebruiken evenals het gebruik van de optie "Geheugencache gebruiken".

Geef voor het opnemen van een animatie naar een AVI of GIF bestand de bestandsnaam, het aantal beelden per seconde, het bestandsformaat en markeer het "Opnemen" vakje. Wees erop bedacht dat een AVI bestand zeer groot zou kunnen worden.



  Kaart horizontaal spiegelen.


  Kaart vertikaal spiegelen.


Weergave



  Inzoomen met factor twee. Dezelfde functie als + toets.


  Uitzoomen met factor twee. Dezelfde functie als - toets.


  Laatste zoom herstellen 



  Grootte van het gezichtsveld in graden kiezen




  Aantal te tonen sterren of deepsky objecten veranderen op de begrenzingen van de benutte catalogus. De overeenkomstige waarden worden bijgewerkt op de parameters Magnitudegrens ster en Grenzen deepsky objecten voor het huidige gezichtsveld.


  Nachtzicht (rood scherm).


  Omschakelen van de weergavemodus voor sterren en deepsky objecten. 


Omschakelen van de achtergrondkleur voor de hemel tussen een vaste kleur en de kleur afhankelijk van de lichtgevendheid van de hemel.


  Magnitudeschaal weergeven met een legenda van alle gebruikte symbolen.

Hierin staan de volgende gegevens :
Magnitudes
Var   Veranderlijke ster
Dbl   Dubbelster
b-v   Kleurindex
Gx    Sterrenstelsel
Oc    Open sterrenhoop
Gc    Bolvormige sterrenhoop
Pl    Planetaire nevel
Neb   Lichtende nevel
N+C   Nevel en sterrenhoop
Star  Als ster geïdentificeerde gecat. nevel
Unk   Niet-geïdentificeerde gecat. nevel
Komeet
Asteroïde
Planeet



Verplaatsen

  Kaart verplaatsen in de overeenkomstige richting. U kunt ook de pijltjestoetsen op het toetsenbord gebruiken.



  Gezichtsveld op de kaart veranderen in de aangegeven waarde.


  Kaart draaien over  +15 graden, +45 bij indrukken Ctrl toets, en +1 bij indrukken Shift toets.


  Kaart draaien over  -15 graden, -45 bij indrukken Ctrl toets, en -1 bij indrukken Shift toets.


  Omschakelen tussen equatoriale en azimuthale projectie.


  Gehele zichtbare hemel op huidig tijdstip en waarnemingsplaats tonen.


  Zenith, noordelijke, oostelijke, zuidelijke, of westelijke horizon tonen.



Zoeken



  Een object zoeken.

Zoeken naar een object op naam in de catalogi Messier, NGC, IC, GCVS, WDS, Boss GC, GSC, SAO, HD, BD+SD, CD, CPD, HR of een geactieveerde externe catalogus. De andere catalogi hoeven niet geactiveerd maar dienen wel geïnstalleerd te zijn.
Geef het catalogusnummer in het "Cat Id" veld in. Geef voor de GSC het regio nummer  en sternummer gescheiden door een spatie in. Geef voor BD id's teken en declinatiezone nummer, een spatie en dan het sternummer in (bijv. : +36  2844 ).
Voor het zoeken naar een object op een andere catalogusnummer zoals UGC, MCG, PK, ... gebruikt u de SAC optie voor de meest duidelijke ervan of de NED en SIMBAD optie voor zoeken in de volledige catalogus via Internet. Raadpleegt u de online documentatie voor de specifieke naamsyntax bij gebruik van deze laatstgenoemde opties.

Voor veranderlijke sterren kunt u een naam van de GCVS gebruiken zoals "Y Cas", "V1357 Cyg" of een vermoedelijk nummer van de veranderlijke zoals "NSV 1205" of een extragalactische veranderlijkenaam zoals "SMC V0220" of "N4486 V0002". U kunt voor de naam altijd zowel hoofdletters als kleine letters gebruiken, in één geval is hiertussen een verschil en dat is bijvoorbeeld "U Her" en "u Her".

Zoeken naar planeten, kometen en asteroïden.
De lijst van kometen en asteroïden bevat alleen welke zijn gekozen in het Cataloguskeuze menu

Zoeken op sterrenbeeld, sternaam (algemene naam, Bayer, Flamsteed).
Geef voor de Bayer aanduiding eerst de afkorting voor de Griekse letter in en dan de afkorting van de sterrenbeeldnaam (bijv.: GAM AND voor Gamma Andromedae). Geef voor de Flamsteed aanduiding het sternummer en de sterrenbeeldnaam afkorting in.

U kunt ook naar een kaartbladnummer in de Uranometria 2000 atlas zoeken.



  Snel lokaliseren op de sterrenbeeldkaart. Klik voor het lokaliseren een positie op de kaart aan.




  Lokaliseren door de coördinaten en de oriëntatie in te geven.





Voorkeuren



  Cataloguskeuze en diens zichtbaarheid


  Datum en tijdstip instellen


  Waarnemingsplaats instellen


  Kleuren en uiterlijk van sterren en objecten configureren


  Projectietypen


  Labels van geselecteerde objecten


  Hulpmiddelen :

- Defaultkeuze voor de identificatie functie. Beknopte identificatie (in de statusregel) of uitgebreide identificatie in een venster. Met de Alt toets kan hiertussen worden omgeschakeld. 
In de beknopt modus resulteert aanklikken van het label in een uitgebreid venster.
De knop "Centreren" zet dit opject in het midden van de kaart. De knop "Naburig" toont een lijst van alle objecten in de buurt.

- Lettertype keuze. Gebruik voor het veranderen van het lettertype de knop rechts.

- Taalkeuze programma.



  Huidige configuratie opslaan voor de volgende sessie.



Lijnen



  Equatoriale gradenverdeling weergeven. Klik voor het aanpassen van de dichtheid van de gradenverdeling met de rechter muisknop op het ikoon.


  Azimuthale gradenverdeling weergeven. (alleen wanneer azimuthale coördinaten worden weergegeven)


  Waarden in de gradenverdeling weergeven.


  Het oculair in het midden van de kaart tonen. Het is ook mogelijk met behulp van de rechter muisknop een cirkel op een willekeurige plaats op de kaart te plaatsen.
Klik voor het configureren van de oculairen met de rechter muisknop op dit ikoon :

Met de "Oculair" optie kunt u het uiterlijk van de cirkel bepalen dat overeenkomt met het gezichtsveld van uw oculair. Er kan tot tien verschillende oculairen worden uitgetekend. Geef de grootte van het gezichtsveld in boogminuten in met het hierbij behorende label. Wilt u het gezichtsveld van uw oculair weten, dan deelt u het schijnbare gezichtsveld door de vergroting. Bijv. een oculair met een brandpuntsafstand van 20 mm en een schijnbaar gezichtsveld van 40° wordt gebruikt op een telescoop met een brandpuntsafstand van 2000 mm: 
Vergroting = 2000 / 20 = 100
Gezichtsveld = 40 / 100 = 0.4°
Gezichtsveld = 0.4 x 60 = 24 boogminuten
De waarde 24 is dan het gevraagde antwoord.


  Sterrenbeeldfiguren tekenen.


  Sterrenbeeldgrenzen tekenen.


Extra opties alleen vanuit het hoofdmenu :
- Plaatselijke horizon : Plaatselijke horizon uittekenen vanuit een bestand welke de azimuth en plaatselijke horizonhoogte bevat.
- Ecliptica.
- Galactische equator.
- Een mogelijkheid de posities van de planeten, kometen, asteroïden op verschillende tijdstippen door middel van een lijn te verbinden.
- Melkweg.
- Kaartgrenzen Uranometria 2000 : Kaart uit deze atlas uittekenen.



Afbeeldingen



  Een afbeelding weergeven van de Realsky® of DSS CD's op de huidige kaart. Het gezichtsveld dient minder dan 7 graden te zijn. Indien zodanig geconfigureerd wordt ook de lijst van fotografische platen weergegeven.

Bekijkt u de belichtingstijd en marge om hieruit de beste plaat te kiezen. De marge is positief als de kaart in zijn geheel in de plaat past, of negatief als de kaart over de rand van de plaat valt.


   Hemelafbeelding. U kunt een afbeelding op de overeenkomstige sterrenkaart projecteren. Voor het op elkaar afstemmen van de kaart en de afbeelding moet u eerst een object op de kaart aanklikken met de linker muisknop en dan deze overeenkomstige positie op de afbeelding aanklikken met Ctrl+linker muisknop. Herhaal deze handeling dan met een ander object. Door met de rechter muisknop op dit ikoon te klikken, roept u een menu op waarin u de afbeelding van de kaart kunt verwijderen.


  Een afbeelding van de kaart verwijderen.


  Afbeelding en kaart afwisselend weergeven ('knipperen'). 
Met de rechter muisknop kunt u de knippersnelheid veranderen.



Telescoop

Dit is het commando waarmee een telescoop vanuit het programma kan worden bestuurd. Deze zijn beschikbaar in de knoppenbalk, de benubalk of met een klik met de rechter muisknop.



Telescoop menu - Kies telescoop interface : Kies het type interface dat u wilt gebruiken. Alleen correct geïnstalleerde optionele plugins worden weergegeven.
Momenteel worden de volgende modellen ondersteund :
Plugin Encoder : encoder gebaseerd op Tangent systeem, Ouranos, NGC-Max, etc...
Plugin Meade : Meade telescoop LX200, ETX, LX90, Magellan of compatibele modellen.


 Open het interface scherm voor het configureren en aansluiten van de telescoop.


 Verplaats het midden van de kaart naar de huidige positierichting van de telescoop.


 De positierichting van de telescoop permanent volgen.


 Deze knop is alleen actief nadat u een object op de kaart hebt geselecteerd. Gebruikt u een LX200, dan worden de telescoopcoördinaten gereset naar die van het huidige object. Gebruikt u de encoder, dan wordt het huidige object toegevoegd aan de initialisatielijst, deze werkt ook voor de initiële richting.


 Deze knop is alleen actief als uw telescoop de zoekopdracht accepteert en als u een object op de kaart gekozen heeft. Deze richt de telescoop naar de positierichting van het gekozen object.

Een klik met de rechter muisknop geeft een extra optie: "Naar cursorpositie gaan" die u kunt gebruiken om de telescoop naar iedere richtingslokatie te bewegen zelfs als daar geen object is.



Muisfuncties :
  Verplaatsen :

  • Cursor coördinaten worden linksonder op het scherm weergegeven
  • Shift + Verplaatsen : Continue identificatie van objecten in de aanwijzer. 
  Linkerknop :
  • Enkele klik : Object identificeren en diens hoekafstand van het voorafgaand aangeklikt object aangeven.
  • Alt + enkele klik : Omschakelen tussen de default identificatie functies (venster of statusregel)
  • Shift + enkele klik : Objecten in de cirkelvormige aanwijzer identificeren.
  • Klik + verplaatsen : Zoomvenster definiëren.
  • Enkele klik in het zoomvenster : Inzoomen
  • Ctrl + enkele klik : Object posities op de afbeelding markeren
  Rechterknop :
  • Enkele klik : Een menu met de volgende functies wordt weergegeven :
    • Positie cursor centreren.
    • Objecten nabij de cursor positie identificeren.
    • Zoekcirkel op de cursor positie plaatsen. U kunt de cirkel verplaatsen en deze dan met de linkerknop vastzetten.
    • Alle zoekcirkels verwijderen.
    • Identificatie te volgen planeet, komeet of asteroïde gedurdende animatie.


Sneltoetsen :
 
1 Gezichtsveld 10 boogminuten
2 Gezichtsveld 1 graad
3 Gezichtsveld 5 graden
4 Gezichtsveld 15 graden
5 Gezichtsveld 30 graden
6 Gezichtsveld 50 graden
7 Gezichtsveld 90 graden
8 Gezichtsveld 120 graden
9 Gezichtsveld 200 graden
a   Gehele zichtbare hemel vanaf de huidige waarnemingsplaats tonen.
c Cataloguskeuze en diens zichtbaarheid 
e Oostelijke horizon tonen
f Object zoeken 
h Azimuth positie voor de waarnemingsplaats en tijdstip
l Labels van de gekozen objecten
m   Lokaliseren door ingave van coördinaten en oriëntatie.
n Noordelijke horizon tonen
p Scherminhoud kopiëren naar het klembord of een bestand 
q   Omschakelen tussen equatoriale en azimuthale projectie.
r   Kaart draaien over  +15 graden
R   Kaart draaien over  -15 graden
s Zuidelijke horizon tonen
t Datum en tijd instellen 
w Westelijke horizon tonen
z Zenith tonen
+ Inzoomen met factor twee
- Uitzoomen met factor twee 
Pijltjestoetsen  Kaart verplaatsen in de aangegeven richting.
Enter: Menubalk tonen of verbergen.
Space or Esc Hoofdmenu tonen of verbergen.
Shift Zoom- en verplaatssnelheid verlagen
Ctrl Zoom- en verplaatssnelheid verhogen



Commandoregel parameters :

Aan het commando Ciel.exe kunnen de volgende parameters worden toegevoegd :
(Zet altijd een spatie tussen de parameters en diens waarde)
 
-ar hh.hhhh Initiële rechte klimming in decimale uren
-de dd.ddd Initiële declinatie in decimale graden 
-w dd.dd Gezichtsveld in decimale graden
-c nnn.cdc Opgeslagen kaart nnn.cdc heropenen 
-f 
"CAT: catid
ID: nnn"
Object nnn in catalogus catid zoeken 
dan het midden van de kaart op deze positie plaatsen Niet te gebruiken naast -ar of -de 
-o "LAT:+00°00'00.0"
LON:+00°00'00.0"
ALT:000m
OBS: nom obs"
Waarnemingsplaats zetten
-d yyyy-mm-ddThh:mm:ss Datum en tijdstip zetten
-dss "CDdrive ImagePath 
ImageName reuse"
Een RealSky afbeelding naar de overeenkomstige kaart extracteren
Voor hergebruik van bestaande afbeelding in plaats van de afbeelding opnieuw extracteren reuse op 1 zetten.
-i  Vanaf ikoon uitvoeren.
-t Spoor naar bestand trace.txt uitplotten
-p 1

Schrijft een bestand ciel.pos bevattende de positie van het huidige gekozen object.
Dit bestand wordt iedere keer als het wordt verwijderd bijgewerkt door de applicatie die deze leest. De bijwerk vertraging na het verwijderen is in een parameter aangegeven, de defaultwaarde is 1 seconde. Het bestand ciel.pos bevat de volgende waarden :
regel 1 = Datum en tijdstip (huidige tijd + 1 seconde)
regel 2 = RK decimale uren
regel 3= DEC decimale graden
regel 4= AZ decimale graden
regel 5= ALT decimale graden
regel 6= Object naam



DDE Interface :

Het is mogelijk informatie te verkrijgen over de huidige kaart of het programma opdracht te geven een DDE interface te gebruiken.

Start ciel.exe op en voeg dan het volgende veld toe in een MS Word document bijvoorbeeld:
{DDEAUTO ciel DdeSkyChart DdeData}

Het veld wordt dan vervangen door de oorspronkelijke waarden vanuit de huidige kaart en wordt dan automatisch bijgewerkt als verandering in de kaart. De waarden worden teruggegeven door de regels :
regel 1 : Datum en tijdstip van bijwerken
regel 2 : Positie midden van de kaart en gezichtsveld
regel 3 : Waarde statusregel, laatste object identificatie
regel 4 : Datum en tijdstip van kaart
regel 5 : Positie en naam waarnemingsplaats

Voorbeeld:
27.11.1999 12:06:07 RA:  0h42m42.00s DEC:+41°16'00.0" FOV:+78°00'00"
  0h42m44.40s +41°16'08.0"  Gx PGC 2557   NGC   224      .SAS3.. D:190.5/61.7' mB: 4.36 b-v:0.92 mB/'2:14.37 RV:  -121
1999-11-27T12:05:09
LAT:+46°13'00" LON:-06°09'00" ALT:375m OBS:Geneve

Gebruik de DDE functie Poke voor het geven van een opdracht aan het programma. Er dient maar één opdracht per keer worden verzonden.
De volgende opdrachten zijn beschikbaar:
 
MOVE RA: 00h00m00.00s DEC:+00°00'00.0"
FOV:
+00°00'00"
chart center and field of vision
FIND CAT: catid  ID: nnnn object zoeken
DATE yyyy-mm-ddThh:mm:ss tijdstip waarneming
OBSL LAT:+00d00m00.0s LON:+00d00m00.0s
ALT:
000mOBS: nom obs.
waarnemingsplaats
PDSS CDdrive ImagePath ImageName reuse DSS cdrom parameters
SBMP ImageName opslaan als .bmp
SGIF ImageName opslaan als .gif
SJPG ImageName Quality (0..100) opslaan als .jpg
IDXY X: pixelx Y: pixely object identificatie op positie pixelx pixely
GOXY X: pixelx Y: pixely de kaart centreren op positie pixelx pixely
ZOM+   inzoomen
ZOM-   uitzoomen
STA+   meer sterren
STA-   minder sterren
NEB+   meer deepsky objecten
NEB-   minder deepsky objecten
GREQ   omschakelen equatoriale gradenverdeling
GRAZ   omschakelen azimuthale gradenverdeling
GRNM   omschakelen gradenverdeling waarden
CONL   omschakelen sterrenbeeld figuren
CONB   omschakelen sterrenbeeld grenzen
EQAZ   omschakelen equatoriale - azimuthale projectie

Als u geïnteresseerd bent in het gebruik van deze functie vanuit een programma, raad ik u aan een voorbeeld met Delphi broncode van de broncode pagina te downloaden.
Het is zaak dat het aanroepende programma samenhangende waarden stuurt, daar het resultaat anders onvoorspelbaar zou kunnen zijn.